Sinds de uitvinding van glazen lenzen in de 13e eeuw om bijziendheid te corrigeren, heeft het gebied van de optica, met zijn strenge kwaliteitseisen, de ontwikkeling van de lenzenindustrie naar grotere doorbraken gestuwd. De tijdlijn van deze doorbraken omvat Fraunhofers onderzoek in de 17e eeuw naar het brekingseffect van glas op zonlicht, alsmede zijn werk aan chromatische dispersie, dat leidde tot ontdekkingen over hoe dispersie in telescooplenzen kon worden gecorrigeerd. Ook 1757, toen John Dolland kroon- en flintglas gebruikte om een achromatische lens te produceren, komt aan bod. Tegen de 20e eeuw was massaproductie van glazen lenzen gemeengoed geworden, met lenzen in alle soorten en variëteiten om aan elke behoefte te voldoen.
Vergeleken met optisch glas is de geschiedenis van kunststof brillenglazen echter veel korter. Net zoals de Eerste Wereldoorlog de ontwikkelingen in de Amerikaanse industrie van optisch glas had gestimuleerd, stimuleerde de Tweede Wereldoorlog de harsindustrie in Amerika om nieuwe materialen te ontdekken voor de vervaardiging van brillenglazen.In de daaropvolgende jaren bloeide de vraag naar kunststof brillenglazen, deels als gevolg van de strenge tests op breukvastheid van brillenglazen door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA), en trends in de mode, zoals grootgevormde en gekleurde brillenglazen, en als gevolg daarvan nam het marktaandeel voor kunststof brillenglazen toe.
Met de explosieve toename van het gebruik van digitale camera's en smartphones in het nieuwe millennium en de daaruit voortvloeiende toename van het gebruik van kunststof lenzen, heeft de behoefte aan meer ultra-precisie bewerkings- en vormapparatuur bijgedragen tot de vooruitgang bij de productie van preciezere kunststof lenzen. Kunststof lenzen konden steeds meer verschillende vormen aannemen, van lenzen met niet-traditionele of asferische oppervlakken tot extra grote lenzen, terwijl ze toch hun licht gewicht behielden, waardoor ze bij uitstek geschikt waren voor gebruik. Als gevolg hiervan werd ook voor projectoronderdelen, van lenzen tot hun verlichtingssystemen, steeds vaker gekozen voor kunststoffen.Ondanks al deze ontwikkelingen blijven er echter onvermijdelijke tekortkomingen bestaan bij het gebruik van kunststof lenzen. Deze tekortkomingen zijn onder meer: geringe transparantie voor blauw licht, gevoeligheid voor UV-beschadiging, ontspiegelende lagen die gemakkelijk loslaten, geringe krasbestendigheid, ontbreken van een hoge brekingsindex en materialen met een lage dispersie, en zwakke achromatische mogelijkheden.
We bevinden ons in een tijdperk waarin projectoren beschikken over helderdere en meer solid-state lichtbronnen, wat op zijn beurt de lat hoger legt voor beeldkwaliteit en levensduur van het product. In het licht van dit feit heeft BenQ ervoor gekozen om volledig glazen lenzen te gebruiken in hun ontwerpen, omdat wanneer het licht door de lenzen gaat alleen de hoge transparantie van precisieglas ervoor kan zorgen dat het licht op zijn puurst wordt gepresenteerd zonder enig verlies, terwijl het hoge niveau van hittebestendigheid helpt bij het behouden van de beeldkwaliteit en het beeld beschermt tegen warmte-interferentie. Door het optische ontwerp met een combinatie van asferische glazen lenzen en lenzen met een lage dispersie, probeert BenQ bovendien beeld- en kleurfouten te elimineren om zo de beeldkwaliteit verder te verfijnen, zelfs tot in de kleinste details.
Het gebruik van glazen lenzen in onze projectorontwerpen is een keuze die wij maken om de kijker ongerepte beelden te bieden die de details en kleuren van de natuur nauwkeurig weergeven, zodat zij, hoeveel tijd er ook verstreken is, kunnen worden teruggevoerd naar het moment waarop zij voor het eerst door die beelden werden geraakt.