Projectoren
Monitoren
Verlichting
Interactieve Displays | Signage
Werken & leren op afstand
Store
In het laatste artikel " Hoe is het mogelijk om consistente kleuren weer te geven?" hebben we het concept van kleurenmanagement kort geïntroduceerd: het model voor consistente kleurweergave op verschillende apparaten. Maar hoe kunnen we dit concept in de praktijk integreren?
We beginnen door de werkstroom voor het produceren van kleuren en afbeeldingen te bekijken. In Afbeelding 1 wordt een typische werkstroom weergegeven voor het produceren van kleuren of afbeeldingen. Dit bestaat uit 3 fases, namelijk het creëren/verkrijgen van een afbeelding, het verwerken/verbeteren van een afbeelding en de reproductie van een afbeelding. Als kleurenmanagement goed wil werken, moet het in dezelfde werkstroom worden ingepast.
Afbeelding 1: Typische werkstroom voor kleurenmanagement.
We gaan elke fase in meer detail bekijken. Om een afbeelding te kunnen reproduceren, moeten we er eerst een hebben. Daarom is het produceren van de afbeelding in elektronische vorm de eerste fase. Er zijn twee manieren om dit te bereiken, een is het tekenen van de afbeelding of illustratie met een computer en de tweede manier is het vastleggen van een tafereel met een digitale camera. Zodra we een afbeelding hebben, willen we de afbeelding aantrekkelijker maken of deze naar onze smaak aanpassen. Dit is de verbeteringsfase. Zodra de afbeelding is verbeterd, is reproductie de laatste fase. Reproductie is niet alleen beperkt tot het afdrukken op papier, maar kan ook het elektronisch verzenden van afbeeldingen betreffen, zoals het doorgeven van afbeeldingen via een flashdrive, het versturen van afbeeldingen via e-mail of het online plaatsen van afbeeldingen, bijvoorbeeld door deze te delen via Instagram of Facebook. Afbeelding 2 geeft een voorbeeld van de werkstroom voor kleurenmanagement in de praktijk.
Afbeelding 2: Voorbeeld van de werkstroom voor kleurenmanagement in de praktijk.
De apparaten vermeld bij elke fase zijn een weergave van de apparaten die in die fase kunnen worden gebruikt. We hebben bijvoorbeeld een camera nodig om een tafereel vast te leggen, gebruiken een scanner om een afgedrukte afbeelding digitaal te maken of tekenen een illustratie op een computer. Aan elke fase zijn verschillende apparaten gekoppeld, maar er is een apparaat dat in elke fase wordt gebruikt. En ik geloof dat u wel weet over welk apparaat we het hebben. Ja, het is de monitor. Waarom is dit het enige apparaat dat onderdeel is van alle drie de fases? Omdat tegenwoordig bijna 99,5% van de illustraties of afbeeldingen een digitale vorm heeft, en we, helaas, nog niet de technologie hebben om mensen digitale inhoud direct te laten bekijken, zoals het steken van een SD-kaart in onze hersenen. We hebben een weergaveapparaat nodig om te kunnen genieten van digitale inhoud en verreweg het meest gebruikte apparaat is de monitor. We kunnen natuurlijk beargumenteren dat ook een projector kan worden gebruikt, maar we hebben niet altijd de luxe dat we een grote, lege muur en een donkere omgeving bij ons hebben. Daarom wordt de monitor gezien als het belangrijkste hulpmiddel in de werkstroom voor kleurenmanagement.
De reden waarom de monitor het belangrijkste hulpmiddel is in de werkstroom voor kleurenmanagement is, omdat mensen de weergegeven kleuren moeten zien om te kunnen beoordelen of ze iets mooi vinden of niet. Afbeelding 3 illustreert dit idee. Als een monitor een afbeelding weergeeft met een groenachtige huidskleur, zouden we de afbeelding aanpassen door het groen te verminderen voor een meer natuurlijke huidskleur. We kunnen echter niet bepalen of de groenachtige kleur voortkomt uit het bestand of de monitor zelf. Als het uit het bestand voortkomt, zal het verminderen van de groene kleur leiden tot een afbeelding met een meer natuurlijke huidskleur op andere monitors. Maar als de groenachtige kleur voortkomt uit de monitor, zal het verminderen van de groene kleur resulteren in een afbeelding met weinig groen, die er niet heel prettig of natuurlijk uit zal zien op andere monitors. Daarom moet een monitor regelmatig gekalibreerd worden om het risico op te veel of verkeerd aangepaste afbeeldingen te verminderen.
Hoe zouden de makers van afbeeldingen kleurenmanagement in hun werkstroom moeten integreren? Ten eerste definiëren we de maker van de afbeelding. Iedereen die een afbeelding “maakt”, valt in deze categorie, bijvoorbeeld fotografen, tekenaars en ontwerpers. Afbeelding 4 illustreert de typische werkstroom voor ontwerpers. Ontwerpers hebben meestal een idee of “afbeelding” in hun hoofd en ze gebruiken een computer met tekentablet om het werk in softwareapplicaties te “tekenen”. De monitor geeft “feedback” over de tekeningen, zodat de ontwerpers weten hoe de afbeelding eruit ziet en kunnen zien of deze de juiste artistieke intentie heeft. Het lijdt dus geen twijfel dat de juiste kleurweergave essentieel is voor ontwerpers die willen weten of het werk reflecteert wat ze in gedachten hadden. Daarom moet de gebruikte monitor zijn ingesteld volgens een vaste set parameters zodat al het werk onder dezelfde omstandigheden wordt gemaakt en bekeken en het eerder genoemde voorbeeld van de groene huidskleur kan worden voorkomen.
Afbeelding 3: Mensen vertrouwen op kleuren om te beoordelen of ze iets mooi vinden of niet.
Afbeelding 4: Typische werkstroom voor kleurenmanagement van een ontwerper.
Zodra de monitor is gekalibreerd zal een ICC-profiel voor die specifieke monitor worden gegenereerd. Het ICC-profiel zou met de afbeelding mee worden gestuurd zodat anderen die onderdeel zijn van de werkstroom voor kleurenmanagement de omgeving kunnen reproduceren waarin de originele afbeelding is gemaakt. Met andere woorden, zodat anderen dezelfde kleuren kunnen zien als de originele ontwerper en ervoor kunnen zorgen dat de originele artistieke intentie behouden blijft. In de volgende artikelen wordt in detail uitgelegd hoe een ICC-profiel kan worden gebruikt om dit te kunnen bereiken.
Voor fotografen is de werkstroom iets gecompliceerder, zoals u in Afbeelding 5 kunt zien. Als een fotograaf de weergave van de echte scene wil “behouden”, moet de fotograaf een Color Checker in de scene plaatsen en een blootstellingsmeter gebruiken om de juiste diafragma’s en sluitertijd te bepalen. Het is niet verrassend dat er aan elke specifieke camera die hij of zij gebruikt een ICC-profiel is gekoppeld en het ICC-profiel zou ook in de werkstroom moeten worden bewaard. Het ICC-profiel kan worden gedownload van de website van de fabrikant of kan worden gemaakt met een Color Checker en kijkhokje.
Afbeelding 5: Typische werkstroom voor kleurenmanagement van een fotograaf.
Als een scanner wordt gebruikt om een afgedrukte afbeelding te digitaliseren, hebt u een goede scanner nodig met een ICC-profiel bij de hand. Net zoals voor de digitale camera, kan het ICC-profiel voor de scanner worden gedownload van de website van de fabrikant of kan worden gemaakt door middel een Color Checker met een spectrofotometer. Een spectrofotometer is een apparaat dat op spectrale wijze de kleuren op de onderlaag meet en een accurate meting geeft. Beide methoden vereisen een kleurtransformatie naar de monitors als iemand de juiste afbeeldingen zou willen zien. De kleurtransformatie wordt in de softwareapplicatie of het besturingssysteem gedaan. Niettemin bestaat er geen twijfel dat de monitor moet worden gekalibreerd om de gebruiker de mogelijkheid te geven om de juiste kleur te zien.
We zijn meer te weten gekomen over de typische werkstroom voor kleurenmanagement en de drie hoofdfases. We hebben ook bekeken hoe kleurenmanagement kan worden geïntegreerd in de werkstroom van ontwerpers en fotografen. In het volgende artikel bespreken we in meer detail de werkstroom voor kleurenmanagement voor het verbeteren en reproduceren van afbeeldingen.